Onze blaaskapel is een groep uit de fanfare die begin jaren zeventig is opgericht naar aanleiding van regelmatige medewerking bij carnavalsvereniging “De Kluitenkloppers” van Rhelico. Door deze optredens kregen we een grote naamsbekendheid en worden sindsdien dan ook regelmatig uitgenodigd om een serenade te brengen bij een huwelijk of verjaardag. Ook bij openingen van winkels of avondjes van personeelsverenigingen zijn wij van de partij.
Kapperspolka (een sterk verhaal)
Henk van Bavelgem, de kapelleider, heeft mij de opdracht gegeven om een stukje te schrijven namens de kapel, want Anco had hem gevraagd om de bijdrage voor het FanfareJournaal. Dit alles onder de begeleidende en aanmoedigende woorden: “Da kunde gij bes”.
Voordat ik mijn muzikale bijdrage leverde aan de blaaskapel “De Lingerakkers” ging ik regelmatig mee naar optredens. Ik kan mij het optreden voor een kappersvereniging nog zo voor de geest halen. De kapel was gevraagd om de slotavond op te luisteren. We hadden die avond een mascotte in de vorm van een echte geit gekregen van de toenmalige beheerder van ’t Duifhuis. Of het aan de geit lag of aan ons, maar op een ogenblik speelden we een polonaisemedley en alle kappers en kapsters liepen ook een polonaise. Men liep al hossend en dansend de deur uit en kwam vervolgens niet meer terug.
Sindsdien heet bij ons dan ook een muziekstuk wat geen succes heeft een kapperspolka.
Hans van Gelderen